Gebreken bij auto's door achterstallig onderhoud
20 dec 2005
Gebreken bij auto's door achterstallig onderhoud
UTRECHT - De overgrote meerderheid van de auto's in Nederland heeft een of meer gebreken. Dat blijkt uit een steekproef van de organisaties RAI en Bovag, die de autobranche vertegenwoordigen.
Volgens de Bovag varen automobilisten blind op de APK-keuring en onderhoudsbeurten waardoor ze zelf de broodnodige controles aan hun voertuigen niet meer uitvoeren. Van de 250 auto's die de organisaties onderzochten, vertoonde 80 procent een of meer gebreken, zo stelde een woordvoerder van de Bovag dinsdag. Hij bevestigde daarmee de resulaten die het Algemeen Dagblad dinsdag in de krant naar buiten bracht.
“De doorsnee automobilist kijkt tussen de onderhoudsbeurten door nauwelijks zelf meer onder de motorkap”, aldus een woordvoerder van de Bovag. “Veel mensen zeggen voor de grap wel eens dat ze niet eens meer weten hoe de motorkap open moet maar dat blijkt dus echt zo te zijn. De gemiddelde Nederlander rijdt 14.000 kilometer per jaar met een benzineauto. Dat betekent dat de voertuigen op basis van het aantal gereden kilometers nog maar een keer in de twee jaar voor een onderhoudsbeurt in de garage komen. In die tussentijd kijkt de bezitter er nauwelijks naar om.”
Techniek auto's
Zo bleek bij 58 procent van de gecontroleerde auto's dat er water in de remvloeistof zat. Dit euvel staat op nummer 1 in de top tien van gebreken. Ook kapotte verlichting, een verkeerd oliepeil, verzwakte accu's en ruitenwisserbladen die stuk zijn, staan in deze ranglijst.
Volgens de Bovag is het achterstallig onderhoud deels te wijten aan het feit dat de auto's steeds moeilijker in elkaar zitten. “Bij moderne auto's is het bijvoorbeeld heel erg lastig om een lampje te verwisselen”, aldus de woordvoerder. “Automobilisten blijven vaak dan maar doorrijden met kapotte verlichting totdat ze een geschikt moment vinden om naar de garage te gaan. Maar dat neemt niet weg dat de weinige dingen die de autobezitters nog wel zelf kunnen doen, zoals het controleren van vloeistoffen, ook niet meer gebeuren.”
Bron: Leeuwarder Courant (20-12-2005)
