Geen trek naar het platteland
04 okt 2005
Geen trek naar het platteland
Tekort aan dorpachtig woongebied
LEEUWARDEN – Nederland heeft een tekort aan dorpsachtige woongebieden. Vooral in de Randstad is zoiets nauwelijks te vinden; nieuwbouw is er vooral in Vinex-vorm: die wijken zijn te groot, er is geen sociale samenhang, de kavels zijn te klein. Maar al willen mensen een grote kavel, een kleinschalig wijkje en veel groen, ze trekken er niet voor naar het platteland.
Dit constateren onderzoekers van het Ruimtelijk Planbureau (RPB). In opdracht van het ministerie van VROM bekeken ze hoe in de buurt van de grote steden aan die behoefte kan worden voldaan. Hun rapport De LandStad. Landelijk wonen in de netwerkstad is vanochtend overhandigd aan minister Dekker.
De Vinex-wijken zijn het afgelopen decennium uit de grond gestampt, maar deze woongebieden voldoen amper aan de wensen van bewoners. Volgens het RPB zijn er zodoende niet alleen te weinig huizen, maar heeft Nederland ook een “kwalitatief woningtekort”.
Veel Nederlanders zien ‘dorps’ wonen volgens de RPB-onderzoekers als ideaal: rustig, ruim en groen wonen. In die dorpse woonwijk moet de stad met al zijn gemakken als openbaar vervoer, medische zorg en cultuur wel binnen handbereik zijn. Maar juist in regio’s waar de vraag naar deze woongebieden het grootst is, is het aanbod het kleinst. Rond de grote steden in de Randstad, Noord-Brabant en Gelderland is het aanbod van deze ‘landstedelijke’ woningen beperkt, aldus het planbureau.
Het tekort leidt er volgens onderzoeker F. van Dam niet toe dat mensen naar plattelandsgebieden verhuizen. “Van alle verhuizingen blijft 80 procent van de mensen binnen tien tot twintig kilometer van de oude woonplaats wonen. Mensen die wel naar het platteland verhuizen, doen dat heel bewust. Zij hebben geen behoefte aan de nabijheid van een stad. Uit ons onderzoek blijkt dat vooral de nabijheid van een stedelijk netwerk én de rust, ruimte en groen van het platteland gewenst is.”
Financieel zijn de ‘landsteden’ best haalbaar, zegt het RPB. “De winst van de duurdere woningen gebruik je voor de groene inrichting van het gebied en zelfs ook voor sociale woningbouw.”
Bron: Friesch Dagblad (04-10-2005)