Gemeenten pleiten voor ruimere uitzetstop
Gemeenten pleiten voor ruimere uitzetstop
LEEUWARDEN - Tientallen Nederlandse en ook Friese gemeenten doen een beroep op de Tweede Kamer om een groter aantal uitgeprocedeerde asielzoekers onder de uitzetstop te laten vallen. Veel vluchtelingen weten nog steeds niet waar zij aan toe zijn. De gemeenten willen in overleg met minister Hirsch Ballin meer duidelijkheid krijgen.
Dat heeft voorzitter J. van Tilborg van Logo, het Landelijk Overleg Gemeentebesturen Opvang (LOGO), bekendgemaakt. In een gezamenlijke brief aan de Kamer schrijven de circa honderd gemeenten, waaronder veel Friese, dat het besluit van het demissionaire kabinet geen uitgeprocedeerde gezinnen meer uit te zetten, te beperkt is, ook al is ‘enige vreugde gepast’. ,,Het besluit is een tegemoetkoming aan de Kamer, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost”, aldus Van Tilborg.
De uitzetstop geldt bijvoorbeeld niet voor de hele groep van mensen die voor 1 april 2001 een eerste asielaanvraag hebben ingediend, toen de ‘oude’ Vreemdelingenwet nog van toepassing was. ,,Ook van vluchtelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd kan de status nog worden ingetrokken. Dat betekent bijvoorbeeld dat iemand die hier al jaren verblijft en die kinderen in Nederland heeft, terug moet naar het land van herkomst als de situatie in het thuisland verbeterd is”, zegt Van Tilborg.
De briefschrijvers wijzen erop dat verschillende groepen ook na de toezegging van het kabinet nog steeds op de wip zitten. Zo kunnen asielzoekers zonder kinderen die nu onder het Project Terugkeer vallen, nog gewoon worden uitgezet. Bovendien kunnen vreemdelingen nog steeds op straat belanden, aldus de gemeenten.
Vluchtelingenwerk Nederland vindt ook dat de situatie vraagt om een bredere aanpak. Niet alleen het uitzetten van de groep oudewetters moet worden opgeschort, maar ook de detentie van uitgeprocedeerde asielzoekers die tot de ‘groep van 26.000’ behoren, moet worden beëindigd. Omdat er geen zicht meer is op uitzetting, mogen deze mensen niet langer worden vastgezet en moeten zij terug naar de reguliere opvang, vindt Vluchtelingenwerk Nederland.
In de noodopvang in Witmarsum heerst de afgelopen dagen een nerveuze stemming, zegt vrijwilliger Willemijn van der Werff. ,,Er is eigenlijk maar één zekerheid, namelijk dat er een meerderheid in de Tweede Kamer is voor een generaal pardon. Maar wie er nu wel en niet kan worden uitgezet, is onduidelijk.”
Vanavond is er in de noodopvang daarom een soort voorlichting over de situatie. ,,Dan gaan we proberen uit te leggen wat er gebeurd is. Dat valt niet mee, want zelfs in het parlement werden de zaken nogal eens door elkaar gehaald. Ik vond het ook heel slordig dat de partijen geen nadere invulling hebben gevraagd van de beloofde uitzetstop. Gaat het uitzetten van vrijgezelle vluchtelingen nu gewoon door bijvoorbeeld?”
Het zat Van der Werff ook dwars dat in de Kamer nog altijd over ‘uitgeprocedeerde asielzoekers’ werd gesproken. ,,Dat klopt niet. Het gaat om mensen die een vervolgaanvraag hebben lopen. Zij mogen de uitslag ook legaal in Nederland afwachten, alleen hebben ze tegelijk nergens recht op en belanden ze op straat, en komen ze zo bij ons terecht.”
Van der Werff en de andere vrijwilligers gaan na de voorlichting ook bij de mensen langs, als zij dat willen. ,,Want er wordt over categorieën gesproken, maar er zijn zulke grote verschillen. Niet één situatie is gelijk.”
Bron: Friesch Dagblad (15-12-2006)
