Iedereen kan met de bus, soms tegen bijbetaling
17 mrt 2005
Iedereen kan met de bus, maar soms tegen bijbetaling
Leeuwarden - Alle dorpen in Fryslân krijgen aansluiting op het busnet dat de provincie Fryslân heeft laten ontworpen voor de periode vanaf 2007.
Vanuit dorpen die niet direct aan de hoofdlijnen liggen, moeten passagiers echter gebruik maken van een belbus. Ze moeten dus van tevoren een signaaltje geven dat ze met de bus willen. Daar komt bij dat ze dan ook nog een toeslag moeten betalen van twee euro per rit. Gedeputeerde Staten hebben deze week ingestemd met het ontwerp dat een extern bureau heeft geschreven voor een nieuw openbaar vervoerssysteem. Op basis hiervan zal het busvervoer vanaf 2007 worden aanbesteed. De huidige concessieperiode loopt tot en met 2006.
De bussen worden een stukje luxer en zullen trajecten in kortere tijd kunnen afleggen. Om dat laatste te bereiken, zal de bus straks op veel minder plaatsen stoppen dan nu.
Het aantal bushaltes langs de hoofdlijnen wordt drastisch ingeperkt. Uitgangspunt in de nieuwe openbaar-vervoerplannen van de provincie is dat de tussenliggende dorpen en steden slechts één comfortabele opstapplaats krijgen. Door deze beperking van het aantal haltes gaat de snelheid op deze trajecten omhoog. De bussen worden luxer.
De hogere snelheid en de hoge comforteisen moeten de bus concurrerender maken ten opzichte van de auto, zo redeneren Gedeputeerde Staten in hun gisteren gepresenteerde plannen.
Het net dat de provincie heeft laten ontworpen bestaat uit drie kwaliteitsniveaus. Op de hoofdlijnen (‘systeem A’) rijdt op werkdagen tussen 7.00 en 19.00 uur minimaal twee keer per uur een bus; ’s avonds tot 23.00 uur rijdt er nog één bus per uur.
Op het fijnmaziger net tussen de hoofdlijnen (‘systeem B’) rijdt eenmaal per uur een bus; op sommige lijnen (B1) de hele dag van 7.00 tot 18.00 uur, op andere lijnen (B2) alleen in de spitsuren tussen 7.00 en 10.00 en van 14.00 tot 18.00 uur.
En groot deel van de dorpen zal uitsluitend via een net van belbussen (‘systeem C’) aansluiting krijgen op de A- of B-lijnen.
Zo’n taxibusje moet bovendien van tevoren telefonisch besteld worden.Om het fijnmazige belnet exploitabel te houden, moeten passagiers twee euro toeslag per rit betalen. GS gaan er daarom van uit dat dit systeem alleen gebruikt wordt door dorpelingen die incidenteel de bus nodig hebben.
Forenzen en scholieren die dagelijks reizen, zullen op de fiets naar de dichtstbijzijnde halte van het A- of B-net moeten.
Volgens de berekeningen in opdracht van de provincie woont 58 procent van de inwoners van Fryslân in de nabijheid van een A-lijn. Driekwart van de huidige Friese busgebruikers rijdt nu al op deze trajecten, en door kwaliteitsverbetering zouden er naar deze lijnen nog meer passagiers getrokken kunnen worden zodat er meer te verdienen valt.
Het B-net is straks voor 34 procent van de Friezen beschikbaar; momenteel rijdt 22 procent van de buspassagiers op die lijnen.
Het C-net is er voor alle Friezen die wonen in een dorp met een blauw plaatsnaambord. Op dit net zal fors verlies worden gemaakt (naar schatting 23 euro per pasagier), en om die schade nog enigszins binnen de perken te houden vinden GS de toeslag van twee euro gerechtvaardigd.
Het A-net bestaat uit de verbindingen van Leeuwarden richting Holwerd, Dokkum, Buitenpost, Drachten, Wolvega en Sneek, en het traject van Bolsward via Sneek, Joure, Heerenveen naar Drachten en Groningen.
Heel Noordwest-Fryslân, de Zuidwesthoek en Zuidoost-Fryslân krijgen slechts lijnen van het B- en C-niveau.
Bron: Friesch Dagblad (17-03-2005)
