Kind slecht in spellen en rekenen
Kind slecht in spellen en rekenen
LEEUWARDEN - Scholieren leren op de basisschool en de middelbare school niet meer goed spellen en rekenen. Daardoor krijgen ze in het middelbare beroepsonderwijs en op universiteit en hogeschool te maken met een achterstand bij Nederlands en wiskunde, stelt de Onderwijsraad. In Fryslân worden de problemen niet herkend.
De raad onderzocht op verzoek van minister Van der Hoeven (Onderwijs) of leerlingen nog wel genoeg kennis opdoen op school. Dit gebeurde naar aanleiding van klachten dat de scholieren tegenwoordig meer met leerprocessen dan met leerstof bezig zijn.
De Onderwijsraad concludeert dat op scholen het opdoen van kennis onder druk staat, vooral bij Nederlands en wiskunde. De woordenschat van leerlingen schiet tekort, ze krijgen te weinig mee van de grammatica en leren niet goed redeneren.
Bij wiskunde blijkt dat scholieren niet meer goed leren rekenen en met formules leren omgaan. Daarom moeten scholen deze tekorten wegwerken. Het ministerie moet hen daarbij helpen.
De raad erkent tegelijk dat het veel tijd en geld vergt om in bijvoorbeeld het middelbaar beroepsonderwijs met meer vakdocenten het peil van Nederlands en wiskunde op te krikken.
Van der Hoeven lijkt echter niet meteen naar haar geldbuidel te willen grijpen. Ze verklaarde blij te zijn met dit onderzoek omdat het witte vlekken blootlegt. Zij vindt dat het onderwijsveld er zelf mee aan de slag moet. Zo moeten middelbare scholen en universiteiten zelf overleggen hoe moet worden voorkomen dat het niveau van leerlingen tijdens hun schoolcarrière inzakt. Verder wees zij er op dat ze al werkt aan een taal- en rekentoets voor studenten van de lerarenopleidingen. Begin volgend jaar verwacht de minister de resultaten van een diepgaander onderzoek naar de oorzaken van taal- en rekenachterstanden.
De Onderwijsraad waarschuwt in het rapport ook dat de onderwijsvernieuwingen waarbij leerlingen wordt geleerd hoe ze op eigen houtje kennis kunnen opdoen, niet al te rigoureus moeten worden doorgevoerd. Dat moet niet al te grootschalig en te snel, en bovendien moet het verwerven van kennis de basis blijven vormen.
Ook zou het Nederlandse onderwijs de lat best een stukje hoger mogen leggen. Zo zouden examenkandidaten in het voortgezet onderwijs wat de raad betreft voor alle vakken een voldoende moeten halen. Het systeem waarbij goede cijfers de slechte compenseren, komt daarmee op de helling te staan.
Voorzitter G. Heerschop van de Christelijke Koepel Basisonderwijs Fryslân betreurt het dat het onderwijs op deze manier in het nieuws komt. ,,De leerkrachten die elke dag voor de klas staan, worden wel eens moedeloos van dit soort rapporten. Als ik kijk hoe hoe hard men bezig is met het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, dan heb ik daar grote waardering voor. Maar ik kan me voorstellen dat de medewerkers die zo hard aan de slag zijn, bij deze conclusies denken: het zal wel. Terwijl er misschien verder wel heel goede punten in staan. Dat is jammer.”
Heerschop herkent de problemen met taal en rekenen niet in Fryslân. ,,Wij halen op die punten een ruime voldoende. Natuurlijk zijn er aandachtspunten, maar die zijn er altijd. En het is ook terecht dat ouders en overheid eisen neerlegt. Maar nu krijg je soms wel het gevoel dat je er vervolgens als school alleen voor staat. Echt investeren doet de overheid niet, en dan is de verbetering van de onderwijskwaliteit iets dat veel tijd en inspanning vergt.”
Bron: Friesch Dagblad (08-12-2006)
