Locaties mogelijke bodemverontreiniging op site provincie
12 jan 2005
Locaties mogelijke bodemverontreiniging op provinciale website
In Fryslân is in de loop van 2004 een provinciedekkend beeld beschikbaar gekomen van (bijna) de totale omvang van de mogelijke bodemverontreiniging. Deze informatie kan nu ook digitaal geraadpleegd worden op www.fryslan.nl/bodemloket.
In Fryslân gaat het om ongeveer 75.000 locaties (buiten de gemeente Leeuwarden). Van circa 50.000 locaties wordt verwacht dat er sprake is van geen of een lichte mate van bodemverontreiniging. Van zo'n 25.000 locaties moeten nader worden onderzocht of ze een risico kunnen zijn voor mensen en dieren, natuur of voor bijvoorbeeld waterwingebieden. Zonodig zal de bodem gesaneerd moeten worden of beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden.
In 2004 zijn in heel Nederland inventarisaties afgerond naar locaties waarvan de bodem mogelijk verontreinigd is. Hiermee is voor het eerst een landsdekkend beeld beschikbaar van de totale omvang van de bodemverontreiniging. Provincies en gemeenten hebben Hinderwetarchieven en andere bronnen bekeken die kunnen duiden op historische (bedrijfs)activiteiten, waardoor mogelijk de bodem verontreinigd is. De gemeente Leeuwarden heeft het onderzoek zelf uitgevoerd omdat ze zelf bevoegd gezag is in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb).
Op een deel van de 75.000 locaties (circa 20%) zijn al historische onderzoeken en bodemonderzoeken uitgevoerd en eventuele saneringen begonnen of afgerond. Landelijk wordt er vanuit gegaan dat 10% van de locaties met mogelijk een ernstige mate van bodemverontreiniging daadwerkelijk gesaneerd zullen moeten worden. Van de 25.000 locaties in Fryslân komt dat dan neer op circa 2.500 locaties. De meeste locaties leveren geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht plaatsvindt.
Eerst (bodem)onderzoek
Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen.
Het rijksbeleid is er op gericht dat voor het aanpakken van de bodemproblematiek in eerste instantie de marktpartijen (eigenaren, gebruikers, projectontwikkelaars, etc.), het initiatief nemen om waar nodig de bodem te onderzoeken en eventueel te saneren en zorg dragen voor de financiering. De taak van de overheid is met name gericht op het toezien dat er voortgang plaats vindt in de aanpak van de bodemlocaties
Werkvoorraad
De inventarisatie die nu is gedaan noemen we de werkvoorraad aan (mogelijk) verontreinigde locaties. Uiterlijk in 2030 moeten deze locaties zijn gesaneerd of in een beheersbare situatie zijn. Wat er met welke locaties precies moet gaan gebeuren is mede afhankelijk van het nieuwe saneringscriterium dat het ministerie van VROM, in overleg met provincies en gemeenten, aan het ontwikkelen is. Aan de hand van dat criterium kan mede worden bepaald bij welke functies c.q. bestemmingen van de locatie sanering van de bodem noodzakelijk is en binnen welke termijn dat dan uitgevoerd zal moeten worden.
Gedeputeerde Staten hebben besloten de resultaten van de "Inventarisatie potentiële locaties met mogelijke bodemverontreiniging" toegankelijk te maken via de website van de provincie Fryslân, op www.fryslan.nl/bodemloket. Eigenaren en gebruikers van de betreffende locaties kunnen op deze site kennis nemen of gegevens beschikbaar zijn over de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging op of in de bodem van hun bedrijfsterrein en grond(en). Verder staat op deze site algemene informatie over bodemonderzoeken en bodemsaneringen.
In 2004 zijn in heel Nederland inventarisaties afgerond naar locaties waarvan de bodem mogelijk verontreinigd is. Hiermee is voor het eerst een landsdekkend beeld beschikbaar van de totale omvang van de bodemverontreiniging. Provincies en gemeenten hebben Hinderwetarchieven en andere bronnen bekeken die kunnen duiden op historische (bedrijfs)activiteiten, waardoor mogelijk de bodem verontreinigd is. De gemeente Leeuwarden heeft het onderzoek zelf uitgevoerd omdat ze zelf bevoegd gezag is in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb).
Op een deel van de 75.000 locaties (circa 20%) zijn al historische onderzoeken en bodemonderzoeken uitgevoerd en eventuele saneringen begonnen of afgerond. Landelijk wordt er vanuit gegaan dat 10% van de locaties met mogelijk een ernstige mate van bodemverontreiniging daadwerkelijk gesaneerd zullen moeten worden. Van de 25.000 locaties in Fryslân komt dat dan neer op circa 2.500 locaties. De meeste locaties leveren geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht plaatsvindt.
Eerst (bodem)onderzoek
Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen.
Het rijksbeleid is er op gericht dat voor het aanpakken van de bodemproblematiek in eerste instantie de marktpartijen (eigenaren, gebruikers, projectontwikkelaars, etc.), het initiatief nemen om waar nodig de bodem te onderzoeken en eventueel te saneren en zorg dragen voor de financiering. De taak van de overheid is met name gericht op het toezien dat er voortgang plaats vindt in de aanpak van de bodemlocaties
Werkvoorraad
De inventarisatie die nu is gedaan noemen we de werkvoorraad aan (mogelijk) verontreinigde locaties. Uiterlijk in 2030 moeten deze locaties zijn gesaneerd of in een beheersbare situatie zijn. Wat er met welke locaties precies moet gaan gebeuren is mede afhankelijk van het nieuwe saneringscriterium dat het ministerie van VROM, in overleg met provincies en gemeenten, aan het ontwikkelen is. Aan de hand van dat criterium kan mede worden bepaald bij welke functies c.q. bestemmingen van de locatie sanering van de bodem noodzakelijk is en binnen welke termijn dat dan uitgevoerd zal moeten worden.
Gedeputeerde Staten hebben besloten de resultaten van de "Inventarisatie potentiële locaties met mogelijke bodemverontreiniging" toegankelijk te maken via de website van de provincie Fryslân, op www.fryslan.nl/bodemloket. Eigenaren en gebruikers van de betreffende locaties kunnen op deze site kennis nemen of gegevens beschikbaar zijn over de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging op of in de bodem van hun bedrijfsterrein en grond(en). Verder staat op deze site algemene informatie over bodemonderzoeken en bodemsaneringen.
Bron: Provinsje Fryslân (10 januari 2005)