Minder werk in recreatie en toerisme
Minder werk in recreatie en toerisme
LEEUWARDEN - De werkgelegenheid in de sector recreatie en toerisme daalt in de provincie Fryslân. Vorig jaar waren er in die branche 394 volledige en gedeeltelijke banen minder ten opzichte van 2004, een daling van 1,8 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het datacentrum Toerdata Noord.
De ontwikkeling is opmerkelijk omdat ervan uit wordt gegaan dat inwoners van Fryslân in de toekomst steeds meer hun brood in recreatie en toerisme moeten verdienen. De provincie investeert sinds 2002 honderden miljoenen euro’s in het aantrekkelijker maken van Zuidwest-Fryslân voor de watersporttoerist.
Er is zelfs voorzichtig sprake van een trend. In 2004 was voor het eerst een afname te zien in de werkgelegenheid in de Friese toeristenindustrie sinds 2001 (dat was het eerste jaar dat de cijfers worden bijgehouden). Het ging toen nog om een licht verlies van 109 banen. Over vier jaar genomen is er nog wel sprake van een groei van 2,3 procent. In totaal verdienen 21.312 Friezen de kost met recreatie en toerisme, dat is een aandeel van 7,7 procent van de totale beroepsbevolking.
De provincie geeft het tegenzittende economisch tij de schuld. De omringende provincies Groningen en Drenthe kennen de problemen echter niet of minder. In Groningen daalde het aantal banen in de recreatie met 215 (- 1,4 procent) en in Drenthe werden er zelfs 304 banen (+ 2,1 procent) bij geturfd. Ook landelijk is het banenverlies in de recreatiesector minder groot dan in Fryslân.
Volgens gedeputeerde Mulder worden de effecten van de investeringen in de Zuidwesthoek, zoals de aanleg van vijf aquaducten, pas na 2008 zichtbaar. ,,We zitten nu in een overgangssituatie.”
Overnachtingen
Uit de cijfers blijkt verder dat het aantal toeristische overnachtingen in Noord-Nederland is afgenomen tot 21,1 miljoen in 2005, een daling van 0,7 procent. In Fryslân was het verlies minder sterk (-0,3 procent) dan in de beide buurprovincies.
Kamperen bleek minder in trek, vooral op toeristische standplaatsen: het aantal overnachtingen op kampeerterreinen is de oorzaak van. Aan het weer kon het moeilijk liggen, dat was in de lente zacht en zonnig, in de zomer heel nat maar normaal qua zonneschijn en temperatuur en in de herfst recordwarm.
Logies- en ontbijtadressen, pas voor de tweede keer gemeten, zijn nog wel in trek. Het aantal geregistreerde overnachtingen steeg in Noord-Nederland tussen 2004 en 2005 met 9,6 procent. De stijging komt bijna volledig voor rekening van de adressen in Groningen en Drenthe. In Fryslân was ‘bêd en brochje’ maar iets meer in trek dan het voorgaande jaar. In regio Friese IJsselmeerkust was er zelfs een flinke daling (-22 procent).
Door toeristen wordt - volgens cijfers uit 2002 - elk jaar 1,9 miljard euro uitgegeven in Noord-Nederland, waarvan 832 miljoen in Fryslân.
Bron: Friesch Dagblad (13-12-2006)