Psycholoog verliest patiënt
17 nov 2005
Psycholoog verliest patiënt
LEEUWARDEN – Eerstelijns-psychologen in Fryslân raken patiënten kwijt door de intrede van sociaal psychiatrische verpleegkundigen (spv) bij huisartsenpraktijken. Sommigen hebben meer dan de helft minder behandelingen, omdat de hulpverlener van de GGZ die op zich neemt.
Dat zegt H. Heres van de beroepsgroep. “Patiënten krijgen daardoor niet de juiste zorg”, stelt Heres, die voorzitter is van het Regionaal Orgaan Eerstelijnspsychologen Friesland. Zeker de helft van de veertig psychologen in de eerstelijnszorg heeft volgens hem “last” van de spv’er, doordat deze de patiënt niet of onvoldoende doorverwijst naar de psycholoog.
Heres is voorstander van samenwerking met sociaal psychiatrische verpleegkundigen, maar hij signaleert dat de inzet van deze hulpverleners in de praktijk nogal eens verkeerd uitpakt. Er zijn psychologenpraktijken in Fryslân die hun patiëntenbestand hebben zien halveren en geen enkele verwijzing meer krijgen van de huisarts. Klachten komen onder meer uit Joure, Heerenveen, Buitenpost en Harlingen.
Volgens Heres ontstaat onbedoeld oneerlijke concurrentie omdat zorg van de geestelijke gezondheidsdienst GGZ onder de AWBZ-verzekering valt en daardoor voor de klant eigenlijk gratis is, terwijl voor behandeling door de psycholoog aanvullende verzekeringen nodig zijn.
Sinds vier jaar kunnen sociaal psychiatrische verpleegkundigen namens de GGZ dagdelen worden ingezet bij huisartsenpraktijken. Momenteel zijn er bij ongeveer vijftig van de 350 huisartsenpraktijken in Fryslân GGZ-hulpverleners aan het werk. Volgens de theorie kunnen zij sneller een diagnose stellen, waardoor patiënten eerder geholpen kunnen worden. “Als je psychische klachten tijdig signaleert, kun je voorkomen dat het erger wordt. Door de eerdere behandeling zien we minder depressies en angstklachten”, aldus H. Wenning coördinator bij de GGZ van de eerstelijnszorg. Volgens Wenning is het aantal crisissituaties en opnames door deze werkwijze afgenomen. Onderzoeken van onder meer het Trimbosinstituut hebben dat volgens hem uitgewezen.
Wetenschapper M. van Orden presenteerde gisteren op een symposium in Medisch Centrum Leeuwarden over GGZ-hulp bij de huisarts, waar Wenning en Heres ook spraken, cijfers van een landelijk tevredenheidsonderzoek. Volgens dat onderzoek is de tevredenheid onder patiënten die een GGZ-hulpverlener treffen bij de huisarts spectaculair toegenomen. De wachttijden, verwijsprocedure en bereikbaarheid van de hulpverlener worden aanzienlijk beter gewaardeerd. Ook wordt de kwaliteit van leven een hoger cijfer gegeven. Van Orden is werkzaam als onderzoeker bij het psycho-medisch centrum Parnassia in Den Haag. Den Haag is met Emmen een van de regio’s waar de eerstelijns-psychologen en de GGZ elkaar beconcurreren.
In de praktijk gaat de samenwerking tussen GGZ en de andere hulpverleners ook in Fryslân nogal eens verkeerd, signaleert Heres, en dat gaat volgens hem ten koste van de zorg. Het komt volgens hem voor dat de spv’er onvoldoende kennis maakt met andere partijen in de geestelijke gezondheidszorg zoals de psychologen of het maatschappelijk werk. De spv’er doet in die gevallen de behandeling zelf of stuurt de patiënt door naar de GGZ. “Dan is het risico dus dat de patiënt of wordt onderbehandeld of juist te zware zorg krijgt.”
Volgens Heres moet er een duidelijke taakafbakening zijn. Psychologen richten zich op de lichte psychische problemen die in maximaal vijftien sessies zijn te behandelen en de spv’er richt zich op begeleiding en doorverwijzing van de eigen klantengroep, zoals mensen met ernstige persoonlijkheidsstoornissen, schizofrenie of verslavingsproblemen. “Als dat niet gebeurt, gaat het helemaal verkeerd en ten koste van de zorg.”
Bron: Friesch Dagblad (17-11-2005)