Strijd op drie fronten over Zuiderzeelijn
Strijd op drie fronten over Zuiderzeelijn
Leeuwarden - Het geld dat vrijkomt nu de Zuiderzeelijn niet doorgaat, moet niet alleen in asfalt en spoor worden gestoken, maar ook in de kenniseconomie. Dat stelt de FNP. GrienLinks is ook niet zo voor meer asfalt, maar wil liever een openbaar vervoersysteem dat echt een alternatief biedt voor de auto.
Nu het kabinet vrijdag heeft besloten dat de Zuiderzeelijn niet zal worden aangelegd, barst de strijd om ‘het geld’ los. Die spitst zich toe op drie fronten. Aan de ene kant is er de Stuurgroep Zuiderzeelijn die probeert om de Tweede Kamer het kabinetsbesluit te laten ‘overrulen’. Aan de andere kant wil het Noorden het volledige bedrag opeisen dat voor de lijn was gereserveerd: 2,73 miljard euro. Minister Eurlings wil voorlopig niet verder gaan dan 2 miljard euro, waarvan 1,8 miljard vrij besteedbaar wordt en 200 miljoen voor de rondweg van Groningen is bedoeld.
Op het derde front zijn er de partijen binnen het Noorden die steggelen over de beste besteding van het compensatiegeld. FNP-leider Johannes Kramer vindt dat het niet alleen naar asfalt en spoor moet gaan, maar vooral ook naar de kenniseconomie. ,,Wy stelle de Fryske universiteit foarop.”
GrienLinks-fractievoorzitter Irona Groeneveld dringt erop aan dat de noordelijke provincies samen gaan werken aan een noordelijke visie op openbaar vervoer. Zij wil het liefst een ‘dienstregelingvrij’ systeem, waarbij bussen en treinen zo vaak komen dat het voor reizigers niet nodig is om op de vertrektijden te letten.
Waar alle partijen het over eens zijn: 1,8 miljard euro als compensatie is te weinig. ,,Een goedmakertje waar de provincies elkaar wel weer over naar de strot zullen vliegen”, noemt Groeneveld het. Kramer: ,,It bedrach moeat omheech nei dy 2,73 miljard.” Fractievoorzitter Ad van de Kolk van de SP vindt dat de provincies ,,vol aan de bak” moeten om meer geld naar het noorden te krijgen. Gedeputeerde Staten hebben zich wat hem betreft veel te lang energie gestoken in de komst van de Zuiderzeelijn, ook nadat officieus bekend was dat het kabinet die had afgeschoten. ,,Dat geëamel is gelukkig afgelopen en we kunnen ons er nu op concentreren om zoveel mogelijk van het door Den Haag toegezegde geld hier naar toe te krijgen.”
‘Rug recht houden’
Het ‘geëamel’, zoals Van de Kolk het noemt, is echter niet over. De Stuurgroep Zuiderzeelijn, de actiegroep Hier Trekken We De Lijn van VNO-NCW, de vakbonden en ook bijvoorbeeld de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij willen dat de Tweede Kamer minister Eurlings dwint alsnog de Zuiderzeelijn aan te leggen.
,,Het Noorden moet de rug recht houden”, zegt directeur Siem Jansen van de NOM. ,,Als er in 2025 een hogesnelheidsnetwerk door Europa ligt, zou Groningen-Amsterdam de enige ontbrekende schakel zijn. De Tweede Kamer moet heel goed nadenken of dat nou wel verstandig is. Eurlings zegt wel dat het niet uit kan, maar het is juist de taak van een overheid om niet rendabele investeringen te doen, waar de samenleving wél van profiteert.”
Bron: Friesch Dagblad (19-11-2007)