Toekomst van het Wetterskip splijt bestuur
09 nov 2005
Toekomst van het Wetterskip splijt bestuur
LEEUWARDEN – Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân is verdeeld over welke taken het waterschap in de toekomst zelf moet blijven doen, en welke het moet gaan uitbesteden. Op de vergadering van het algemeen bestuur, gisteren in Leeuwarden, werd uitgebreid stilgestaan bij de Visienotitie , waarin het dagelijks bestuur zijn kijk op de aard en de werkzaamheden van het reorganiserende waterschap vanaf 2007 uiteenzet.
Het duurder worden van de noodzakelijke uitvoeringstaken van het waterschap (het beheer van de zeeweringen, van de waterkeringen in de boezem, en de waarborging van schoon oppervlaktewater) noopt de organisatie tot bezuinigingen. Bovendien is Wetterskip Fryslân nog maar twee jaar geleden ontstaan door de fusie van zes kleinere waterschappen; het duurt enige jaren voor de organisatie zodanig is aangepast dat de efficiëntie optimaal is.
Het dagelijks bestuur heeft zijn visie op de efficiencyverbetering voor de jaren 2007-2010 verwoord in het Visienotitie , waar later een definitief Visiedocument uit moet voortkomen.
Gisteren bleek dat de visies binnen het algemeen bestuur (dat met een democratisch mandaat het dagelijks bestuur controleert) sterk verschillen. H. Boon wil met zijn collega-leden die in de categorie Gebouwd (huiseigenaren) verkozen zijn, af van de uitvoeringstaken van Wetterskip Fryslân. Dat moet een orgaan worden dat louter coordineert en de regisseert. Boon betoogde dat dit waterschap te veel last heeft van het “nul-foutensyndroom”. De ambtenaren zijn onder druk van juristen en accountants zo bang om fouten te maken, dat ze niet meer durven werken. “Dit waterschap is te log, te ambtelijk en te bang. Uiteindelijk praten we over eenvoudige taken: het water moet weg, en het water moet schoon. Laten we een pragmatische boerenorganisatie blijven die de zaken nuchter bekijkt.”
Onder de uitvoerende taken van Wetterskip Fryslân worden praktische werkzaamheden verstaan, zoals het onderhoud van gemalen, het hekkelen van oevers, het uitdiepen van vaarwegen et cetera.
Dijkgraaf Van Erkelens vindt dat het afstoten van zo veel mogelijk van dat soort ‘doe-taken’ pertinent niet past in de toekomstvisie van het dagelijks bestuur. Het waterschap beoordeelt eens in de zoveel jaar of een extern bedrijf (een ‘marktpartij’) die taken niet beter en/of goedkoper kan doen, vertelde hij.
Het waterschap heeft bijvoorbeeld een technische dienst van veertig à vijftig medewerkers, die “de boel in het veld draaiende houden”, bij calamiteiten weten wat ze moeten doen, en bovendien “het visitekaartje van Wetterskip Fryslân” zijn, aldus de dijkgraaf. “De doe-taken horen bij het wezen van het waterschap. Wij willen daar niet van af.”
Diverse algemeen-bestuursleden delen die mening. A. van Dijk (Ingezetenen, huurders): “Als waterschap moet je altijd rekening houden met calamiteiten, en dan moet je terug kunnen vallen op betrouwbaar personeel. Een marktpartij is dat in zo’n situatie niet.”
Begin januari wordt het Visiedocument definitief vastgesteld.
Van Erkelens gaf aan dat er “maximaal 150 mensen in de doe-taken zitten” die uitbesteed zouden kunnen worden. Vakbonden en personeel wezen eergisteren het sociaal plan af dat het waterschap had opgesteld voor degenen wier taken afgestoten worden. Geruchten deden de ronde dat het om driehonderd van de 550 personeelsleden gaat. Eind november praten de partijen weer over het sociaal plan.
Bron: Friesch Dagblad (09-11-2005)