Veel vogelwachters zien af van nazorg
18 mrt 2005
Veel vogelwachters zien af van nazorg
LEEUWARDEN - De Friese vogelwachtersbond BFVW kan geen garanties geven dat de zorg voor de weidevogels dit jaar goed verloopt. Het hangt af van de inzet van de zogenoemde nazorgers. Die hebben door het verbod op het 'aaisykjen' een morele klap gekregen, stelt het bondsbestuur na overleg met het provinciebestuur, gistermiddag in Leeuwarden.
Bondsvoorzitter Anne Osinga leidt uit de verontrustende berichten die hij van leden krijgt af, dat 60 tot 70 procent van de nazorgers in ieder geval voor dit jaar het bijltje er bij neergooit. Van de 140.000 hectare blijft 30.000 hectare over waar nog wel aan weidevogelzorg wordt gedaan. Osinga noemt dat ,,hiel ferfelend'', omdat de vogels zo de grote verliezers worden.
In hun gezamenlijke verklaring beklemtonen BFVW en provincie het belang van wat een 'trits' wordt genoemd: zoeken, rapen en beschermen. Deze trits is feitelijk doorbroken nu het rapen niet meer is toegestaan. Het betekent voor het hoofdbestuur van de BFVW dat het geen garanties kan geven voor een goed verloop van de nazorg. Met slechts 30 tot 40 procent van de gegevens die normaal verzameld worden, kan de rapportageplicht naar gedeputeerde staten niet worden nagekomen, stelt de bond.
De uitspraak van de rechter biedt alle gelegenheid tot hoger beroep, zo is de provincie en de BFVW gebleken. Dat beroep zal er ook zeker komen, maar volgens beide partijen is het niet verstandig nu al een spoeduitspraak te vragen. Gedeputeerde staten zijn ook niet van plan overhaast een nieuwe ontheffing te schrijven.