Zeevissers willen massaal naar de wal
05 sep 2005
Zeevissers willen massaal naar de wal
LAUWERSOOG - Nederlandse platvis- en garnalenvissers willen massaal stoppen met varen. De belangstelling voor de saneringsregeling is zo groot, dat het Productschap Vis vreest dat 38 miljoen euro niet genoeg is om iedereen uit te kopen.
Dat bleek zaterdag op de Dag van de Nederlandse Zeevisserij, die dit jaar in Lauwersoog werd gehouden. Voorzitter P. Loonen van het productschap hield er zijn gehoor voor dat er een “meer dan aanzienlijke belangstelling is” onder vissers om het schip aan de overheid te verkopen. Minister Veerman van Visserij maakte in juli bekend dat het kabinet voor zo’n sanering 38 miljoen euro wil uittrekken. Door de kottervloot, die nu uit ongeveer 280 schepen bestaat, met eenvijfde in te krimpen, wil de regering met name de scholstand de kans geven zich te herstellen.
“Vooral de hoge olieprijzen maken het voor veel vissers noodzakelijk om nu te stoppen”, zei Loonen. “Het is de vraag of er genoeg geld zal zijn.” Het productschap wil eigenlijk dat Veerman ook voor de vissers die wel doorgaan een subsidiepot openstelt: een directe uitkering als compensatie voor de dure brandstof en een structurele subsidie voor investeringen in duurzame vismethoden, zoals de pulskor. “Het is goed dat er iets gedaan wordt voor de wijkers (de vissers die stoppen), maar dat moet niet ten koste gaan van de blijvers.”
Directeur-generaal A. Oostra van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevestigde dat vissers massaal inschrijven voor de saneringsregeling. Het gaat volgens hem tot nu toe om zo’n zestig schepen. “Ik denk vooralsnog dat we met 38 miljoen euro net uitkomen. Dat is maar gelukkig, want er is geen extra geld voorhanden.”
De overblijvende vissers profiteren automatisch van de sanering, ook al krijgen ze zelf geen geld, aldus Oostra. “Door het wegvallen van deze schepen, en doordat andere vissers hun motorvermogen terugschroeven, komt er ongeveer 25 procent van het Nederlandse quotum vrij (het aantal tonnen vis dat een land per jaar mag vangen, red.) Dat quotum kan over de overblijvende vissers verdeeld worden.”
Vanaf maandag 12 september kunnen Noordzeevissers zich bij het ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit (LNV) inschrijven voor uitkopen. Daarbij geldt het motto wie het eerst komt, die het eerst maalt. De vissers die zich willen laten uitkopen zorgen er daarom allemaal voor dat hun aanvraag op 12 september bij het ministerie ligt. Als er te veel vissers inschrijven, dan loot een notaris wie wordt uitgekocht. Volgens D. Berends van de Nederlandse Visbond hangt het van de grootte van een schip af of het bestaande budget toereikend is. “Je kan meer kleine schepen dan grote schepen uitkopen. Waarschijnlijk zijn er veel grote bedrijven die zich aanmelden, want de grote kotters verbruiken veel diesel.”
Brandstof
Een bijdrage voor het kopen van brandstof zit er absoluut niet in, verklaarde Oostra, ook al hebben andere landen inmiddels wél zo’n regeling. “Dan zouden ook de tuinbouw, de transportsector en dergelijke geholpen moeten worden. Dat kunnen en willen we niet doen.” Wel wil de overheid de vissers helpen bij het ontwikkelen van minder energieverslindende vormen van visserij: met bijvoorbeeld lichtere schepen en ander vistuig. “Geen tussentijdse, maar structurele maatregelen dus,” aldus Oostra.
De vissers toonden zich matig tevreden met de woorden van de topambtenaar. Volgens Loonen is een brandstofsubsidie absoluut noodzakelijk, “anders gaan ook de vissers die nog wel willen investeren in de toekomst kopje onder.” Het productschap wil bij voorkeur een Europees gecoördineerde steunmaatregel, zodat Noordzeevissers uit alle landen gelijke kansen krijgen.
Bron: Friesch Dagblad (05-09-2005)