‘Economie baseren op rust en ruimte’
‘Economie baseren op rust en ruimte’
GRONINGEN – Als de noordelijke provincies niet zeer doelbewust een eigen weg kiezen, wordt het nooit meer dan een ‘aankleefeconomie’, zegt hoogleraar G. de Roo van de Rijksuniversiteit Groningen. Daarom zou het Noorden de economie moeten baseren op rust en ruimte.
De Roo, voorzitter H. Haerkens van VNO/NCW-Noord en de Groningse gedeputeerde Calon debatteerden gisteravond met elkaar over ontwikkelingsmogelijkheden voor Fryslân, Groningen en Drenthe. De Roo vindt dat het Noorden rücksichtlos moet kiezen voor een vrijetijds- en zorgeconomiej. ,,We moeten onze rust en ruimte vermarkten als contramal van de razende Randstad’’, vertaalde hij gisteravond. ,,Wat we tot nu altijd gedaan hebben, is meegaan in het randstedelijk denken. Dan krijg je inderdaad je subsidies wel, en dan krijg je dus je Eemshaven en je Internationale Bedrijvenpark. Dat loopt allemaal niet maar we hébben het wel, dat is ongeveer de strekking.”
Tot zijn grote ergernis. ,,Als we doorgaan met die klassieke manier van volgen, houdt de Randstad altijd een streepje voor. Allevier de landelijke planbureaus zeggen: Noorden, wat je ook doet, het is en blijft een aankleefeconomie bij jullie. ’’ Volgens Haerkens van de ondernemingsbranche is dat concept een te smalle basis voor een strategische visie. Het Noorden kan zich niet beperken tot lekker wonen en goed zorgen. De vitaliteit van een regio wordt bepaald door het vermogen om jonge getalenteerde mensen vast te houden en hiernaartoe te halen. Dat lukt onvoldoende, vindt hij.
Gedeputeerde Calon juicht verdere economische ontwikkeling toe, maar waarschuwt voor ongebreideld uitdijende bedrijventerreinen. Hoofdtaak voor het Noorden is het ,,schoon houden van de lucht, het donker houden van de nacht en de stilte bewaren overdag’’, en hij voelt daarom meer voor het model van een wooneconomie zoals De Roo dat propageert. ,,We moeten ervoor waken dat we het Noorden dichtsmeren.’’ De Roo onderschrijft dat, maar is niet optimistisch. Hij verwacht dat het nog een aantal jaar duurt voordat het tot bestuurlijk Noord-Nederland echt doorgedrongen is dat het roer drastisch om moet.
Haerkens gaf aan dat het Noorden volgens hem wél op de goede weg is. Als voorbeeld noemde hij de posititionering van Groningen-Assen als stedelijke as die eindelijk begint vruchten af te werpen. Dat moet met de grootst mogelijke inspanning verder gestimuleerd worden, vindt hij. ,,We zien hier voor het éérst schaaleffecten optreden. Er komen steeds meer vernieuwende bedrijven, er ontstaat een sfeer van ‘ik wil hier zijn’ ”.
Het Noorden moet wat hem betreft vooral doorgaan met het faciliteren van het bedrijfsleven, onder meer door het uitbreiden en verbeteren van de infrastructuur. ,,Infrastructuur is een stimulans en katalysator voor gebiedsgerichte ontwikkeling.’’ Haerkens kon zich wel vinden in De Roo’s visie op de ruimte in het Noorden. ,,Ruimte is een kwaliteit van het Noorden en daar moeten we zuinig op zijn. Het is een van de laatste geheimen van Nederland.”
Bron: Friesch Dagblad (15-12-2006)