‘Spijbelrechter’ om ontsporing te voorkomen
08 nov 2005
‘Spijbelrechter’ om ontsporing te voorkomen
LEEUWARDEN – Een meerderheid van de Tweede Kamer is voor het plan van de PvdA om de speciale spijbelrechter landelijk in te voeren. Hardnekkig spijbelgedrag kan op die manier goed aangepakt worden, blijkt uit proeven. Friese leerplichtambtenaren zitten niet op zo’n zware maatregel te wachten.
Tweede-Kamerlid Wolfsen van de PvdA wil dat overal in Nederland spijbelaars binnen een maand, verplicht samen met hun ouders, voor de spijbelrechter verschijnen. Hij weet zich gesteund door de fracties van VVD, LPF en Groep Wilders. Volgens Wolfsen kan daarmee veel criminaliteit worden voorkomen. “Bijna elke crimineel begint met spijbelen”, zegt Wolfsen.
“Dat is wel een heel boude uitspraak”, vindt F. Gjaltema, teamleider leerlingenzorg van de sector Jeugd en Onderwijs van de gemeente Leeuwarden. “Wanneer een jongere geen goede dagbesteding heeft, loopt hij of zij altijd meer risico om in de criminaliteit te belanden. Maar dat is van zo veel factoren afhankelijk – waaronder spijbelen, dat zou inderdaad kunnen.”
Nu verloopt de aanpak van hardnekkig spijbelen niet goed, aldus de PvdA. Vaak duurt het meer dan een jaar voordat een notoire spijbelaar op gezag van een leerplichtambtenaar bij de rechter verschijnt. Uit een proef in Almelo met een speciale spijbelrechter snel in te grijpen valt vrijwel niemand terug in het oude gedrag.
“In het Noorden valt die wachttijd wel mee”, weet Gjaltema. Als een hardnekkige spijbelaar voor de (gewone) rechter moet verschijnen, duurt dat gemiddeld drie maanden.
Een leerling die drie dagen niet op school verschijnt, krijgt met zijn ouders een gesprek op school. Is de leerling langer dan drie dagen afwezig, of eenachtste deel van de maand, dan is de school verplicht de leerplichtambtenaar in te schakelen. Die praat met de leerling, de ouders, en eventuele begeleidende instanties.
Als het gezin absoluut niet open staat voor hulp, en het spijbelgedrag van het kind onveranderd blijft, volgt er een ‘onderhoud ter pakket’, waar de spijbelaar een formele laatste waarschuwing van de officier van justitie krijgt. Gaat hij daarna de fout in, moet hij voor de rechter komen. De Tweede Kamer wil dit laatste moment dus naar voren halen. “Dat kan voor steden als Almelo of Rotterdam nodig zijn, omdat de zaken daar uit de hand lopen”, zegt C. Kalf, leerplichtambtenaar in Zuidwest Fryslân. “Wij komen er samen met allerlei hulpverlenende instanties goed aan toe om na te gaan waaróm zo’n joch spijbelt. Daarvoor hebben we het goed werkende Regionaal Verzuimprotocol Zuidwest Fryslân. Maar soms kan een consequente rechterlijk opgelegde straf in het belang van de leerling zijn. Dat moet het uitgangspunt zijn: straffen moet altijd in het belang van de betrokken jongere zijn.”
Bron: Friesch Dagblad (08-11-2005)